Oefeningen doen voor je rood-lichtpaneel: twee vliegen in één klap
Het is de ideale combinatie: een paar slimme oefeningen doen terwijl je van het rode licht geniet. Natuurlijk is het heerlijk om onder je paneel te liggen, je nog eens om te draaien in je rood-lichtbed of lekker te mediteren terwijl je voor het paneel staat, maar je kunt ook in actie komen met een goede bewegingen. Dan laad je niet alleen lichaam en geest op, maar houd je jezelf ook soepel.
Zeker als je iets ouder wordt, maar eigenlijk voor iedereen, is het goed om soepel te blijven. Kijk maar eens naar oude mensen, die zijn vaak best stijf. Let maar eens op hoe bijvoorbeeld oude mannen naar links of rechts kijken en dan hun hele lijf meebewegen. Voorkom zo veel mogelijk dat de boel vast gaat zitten en houd alles soepel en sappig. Dat kan ondermeer met deze slimme bewegingen.
Aan de slag
Je staat voor je paneel en je begint met het draaien van je schouders, naar voren en naar achteren. Doe het een keer of tien naar voren en dan tien maal naar achteren. Je kunt met kleine rondjes beginnen en die steeds groter maken. Als ik het doe, begin ik al snel te gapen, wat een goed teken is dat de boel ontspant en dat je allerlei vastzittende energie aan het loslaten bent.
Vervolgens kun je je ellebogen naar de zijkant omhoog doen, dus dat ze horizontaal op een lijn komen te staan met je schouders. Je handen bevinden zich in de buurt van je borst. Duw je ellebogen zo ver mogelijk naar achteren, waarbij je schouderbladen elkaar zo goed als raken. Dat is het uitgangspunt. Beweeg nu steeds korte stukjes je ellebogen naar achteren, waarmee je armen dus horizontaal een klein beetje heen en weer gaan.
Nu iets anders, maar houd wel je onderarmen in die horizontale positie. Beweeg je handen omhoog: de handen omhoog of ik schiet-houding. Vervolgens kleine bewegingen met je handen naar achteren. Je duwt de ruggen van je hand steeds eventjes naar achteren, alsof je op een rare manier naar iemand aan het zwaaien bent.
Soepele wervelkolom
Vanuit de vorige positie bewegen je handen nu omhoog. Met je ene hand pak je de pols van de andere. Pak bijvoorbeeld met je linkerhand de rechterpols vast. De elleboog van je linkerarm komt voorzichtig naar beneden – let op dat je niet voorover of achterover helt. De zijwaartse beweging is goed voor je ruggengraat. Je kunt nu ook je linkerarm laten hangen. Even later kom je weer omhoog en buig je de andere kant op. Kun je zo een aantal maal doen, en morgen weer.
Ook goed voor de ruggengraat is bijvoorbeeld om voorover te hangen. Je kunt voorzichtig beginnen door eerst je handen op je knieën te plaatsen. Verdeel het gewicht goed over je voeten.
Later verplaats je je handen naar iets lager op je benen of laat je je benen los en hang je voorover. Laat ook je hoofd los hangen. Je zult merken dat als je dit even doet je steeds verder voorover komt te hangen. Raken je vingers de grond, dan kunnen die enige steun bieden. Blijf je nog langer hanger dan kom je misschien wel op je knokkels terecht of nog verder.
Als je eenmaal voorover hangt, kun je ook naar de zijkant bewegen. Je hangt voorover en je draait naar links, alsof je de zijkant van je linkervoet wil inspecteren. Je linkerhand op je enkel, je rechterhand op je voet. Om te voorkomen dat je snel terugveert, kun je met je rechterhand je voet vastpakken. Laat los en slinger soepeltjes naar rechts. Kun je driemaal herhalen en dan werveltje voor werveltje weer omhoog.
Gaan we boksen?
Ontdek de bokser in jezelf en werk tegelijk aan de soeplesse van de fascia, dat zijn de vliezen om de spieren. Denk maar aan de taaie velletjes om een kipfilet. De collageen-velletjes in ons lichaam houden ons lijf in zekere zin bij elkaar, maar als ze verstijven, verstijf je mee. Dus houden we ze soepel met de handen voor de borst, waarbij we dan heel stoer de schouders naar links en naar rechts bewegen. Alsof je het volgende moment een rechtse directe kan uitdelen. Ook hier weer doen we het voorzichtig om zo stapsgewijs de souplesse erin te krijgen. Je kunt terwijl je dit doet de schouders afwisselend wat hoger en lager richten. Wat daarbij kan helpen is dat je de handen iets mee omhoog en omlaag beweegt.
Nu je handen toch omhoog zijn… Doe alsof je boven je een stang wil vastpakken. Dan weer je handen naar beneden en weer omhoog. Houd de ruggen van je handen naar achter gericht – je bovenarm is in één lijn is met je onderarm – alsof je de ruggen van de handen tegen een denkbeeldige muur achter je wil duwen.
Overigens is het idee van het vastpakken van een stang zo gek nog niet. Met een echte stang doe ik dat altijd nadat ik klaar ben met het licht. Dan trek ik me op aan een optrekstang boven een deuropening zonder deur:
tienmaal de stang – die ik vastheb met de handpalmen naar me toe – onder mijn kin. Ik laat mij zakken tot mijn armen een hoek van negentig graden maken en na de tiende keer laat ik mij bijna volledig zakken en blijf ik hangen. Is best zwaar, als je zelf niet heel licht bent. Ik probeer dan een minuut te halen, wat nog helemaal niet meevalt. Zo’n veertig seconden hang ik met iets opgetrokken schouders, daarna hang ik helemaal uit en hoor ik kleine plofjes in mijn ruggenwervel, wat verder heel prima is.
Schudden
Tussendoor gaan we even schudden. Doen dieren ook regelmatig, zijn overal filmpjes van te vinden. Door te schudden kunnen we allerlei spanning van ons afschudden, dus niet vasthouden en meenemen. Ziet er soms wat mal uit, maar je staat nu toch in je nakie alleen voor het paneel, dus wat maakt het uit. Sta ontspannen, laat alles los hangen en begin voorzichtig te schudden. Let op alle delen van je lichaam en zorg dat ze lekker in beweging zijn.
Boom vol appels
Hoog tijd om wat appeltjes te plukken. Met je rechterhand reik je naar het appeltje links boven. Je hand maakt een grijpende beweging, wat niet alleen goed is voor je schouder, maar ook voor je hand. Natuurlijk pluk je andersom ook met je linkerhand rechtsboven een appeltje. Intussen wissel je iets af in hoogte, want de appeltjes hangen op verschillende plekken. Kijk, ook boven je en naast je hangen rijpe appels. Misschien hangen er op borsthoogte ook wel appels iets meer achter je.
Opdrukken
Wat ook goed kan zijn is om je lichtsessie vooraf te laten gaan door jezelf een aantal maal op te drukken. De een begint met eenmaal per dag, op zijn knieën.
De ander doet het meteen volledig, dus op de tenen en met de neus op de grond. Werk toe naar dat je dertig push ups kunt halen. Kun je er makkelijk meer, doe dat dan gerust, of meermaals per dag. Eindig je opdruksessie door de bovenkant van je voeten op de grond te leggen, jezelf omhoog te drukken en je rug goed hol te maken.
Licht en schaduw
Als je voor het rode licht staat, zorg er dan voor dat plekken die zich in de schaduw bevinden ook licht krijgen. Doe bijvoorbeeld je arm omhoog, voor een verlichte oksel. De andere voorbeelden van het bijlichten van schaduwrijke plekken zal ik je besparen, die ontdek je vanzelf.
Op deze manier combineer je het nuttige met het aangename en haal je zo veel mogelijk uit je tijd voor je rood-lichtpaneel.